zetelen
‘Zetelen’ betekent: gevestigd zijn, zijn verblijfplaats hebben.
- De Vlaamse regering zetelt in Brussel.
- De directie van de multinational zetelt in Luxemburg.
Standaardtaal in België voor:
- zitting hebben in
- zitten in
- lid zijn van
- deel uitmaken van
Voorbeelden:
- Jos zit in de raad van uitkeringsgerechtigden.
- De secretaris heeft zitting in een werkgroep die tot doel heeft het taalgebruik te verbeteren.