
verdapperen
Belgisch-Nederlandse sporttaal. Soms ook in een andere context.
Algemeen Nederlands zijn:
- versnellen
- zijn tweede adem vinden
- er weer tegenaan kunnen gaan
- sterker / feller / groter / duurder worden
Voorbeelden:
- 🇧🇪 Het peloton kon nog nauwelijks reageren, toen de Belg verdapperde.
Het peloton kon nog nauwelijks reageren, toen de Belg versnelde.
- 🇧🇪 Het aandeel verdapperde met 13 % in twee weken.
Het aandeel werd in twee weken 13Â % duurder.