langs
‘Langs’ betekent: evenwijdig met en in de lengte van.
- Er staan bomen langs de rivier.
- Je kunt langs de weg parkeren.
Niet gebruiken in deze zinnen:
- ❌ De auto stond langs de linkerkant van de weg.
De auto stond aan de linkerkant van de weg.
- ❌ Langs de onderkant was de kast beschadigd.
Aan de onderkant was de kast beschadigd.
- ❌ Langs boven was er niets aan te zien.
Van boven was er niets aan te zien.
- ❌ Er kwam kritiek langs veel kanten.
Er kwam kritiek van veel kanten.
- ❌ Langs de ene kant ben ik niet ontevreden.
Aan de ene kant ben ik niet ontevreden.
- ❌ De treinen rijden niet langs de Noord-Zuidverbinding.
De treinen rijden niet door de Noord-Zuidverbinding.
- ❌ Hij is langs het raam naar binnen geklommen.
Hij is door het raam naar binnen geklommen.
- ❌ Langs de achterdeur glipte de dief weg.
Via de achterdeur glipte de dief weg.