te / ten / ter
- te allen prijze
- te allen tijde
- te berde (brengen)
- te berge (rijzen)
- te beurt vallen
- te elfder ure
- te gelde maken
- te gelegener tijd
- te gepasten tijde
- te goeder trouw
- te gronde (richten)
- te hulp komen
- te kwader trouw
- te land en ter zee
- te lande (hier -)
- te midden van
- te mijnen laste
- te mijner beschikking
- te mijner ere
- te mijner gedachtenis
- te rade (gaan)
- te ruste (leggen)
- te velde
- te zijner tijd
- ten aanval
- ten aanzien van
- ten bate van
- ten behoeve van
- ten belope van
- ten dans (vragen)
- ten deel (vallen)
- ten dele
- ten dode (opgeschreven)
- ten eeuwigen dage
- ten einde raad
- ten gehore (brengen)
- ten genoegen van
- ten gerieve van
- ten gevolge van
- ten goede (komen, duiden)
- ten gronde (behandelen)
- ten gunste van
- ten huize van
- ten koste van
- ten langen leste
- ten laste (leggen)
- ten name van
- ten onrechte
- ten opzichte van
- ten overstaan van
- ten overvloede
- ten prooi (vallen)
- ten stelligste
- ten strijde (trekken)
- ten tijde van
- ten tonele (voeren)
- ten voeten uit
- ten volle
- ten volste
- ten voordele van
- ten zeerste
- ter attentie van
- ter been (goed, slecht -)
- ter beoordeling
- ter beschikking van
- ter bezichtiging
- ter dood veroordelen
- ter ere van
- ter gelegenheid van
- ter hand (stellen)
- ter harte (gaan, nemen)
- ter herinnering
- ter inzage
- ter nagedachtenis van
- ternauwernood
- terneergeslagen
- ter ore (komen)
- ter plaatse
- ter ruste (leggen)
- ter sprake (komen)
- ter verdediging
- ter verontschuldiging
- ter waarde van
- ter wille van
- ter zake
- ter zee
- ter zelfder plaatse
- terzelfder tijd
- ter ziele (gaan)
- terzijde staan
- tezelfdertijd